Laudatio uitgesproken door H.A. Kramers op 5 maart 1952, bij de promotie van Johannes Hermanus van der Merwe. Zeer geachte Dr. van der Merwe. Gaarne had ik U in Uw moedertaal toegesproken; maar gelukkig verstaat ge de taal van Uw bet-oud-over-grootmoeder ook nog zeer goed, die zoveel meer op de mijne lijkt. De gedachten die gij in Uw 8ste stelling tot uiting brengt verklaren waarom gij het gedurende Uw studietijd in Nederland niet zo gemakkelijk hebt gehad, maar gelukkig is in de loop der jaren Uw vertrouwdheid met de qu.mechanica aanmerkelijk vooruit gegaan, en in Uw proefschrift is het U gelukt een _werkelijke_ bijdrage tot het probleem der kernstructuur te geven; ge hebt aannemelijk gemaakt dat de een-deeltjesopvatting, wat de orde van grootte betreft, ook _quantitatitief_ met onze kennis omtrent de laagst geexciteerde kerniveaus in sommige even-oneven kernen in overeenstemming kan worden gebracht. Uit Uw beschouwingen volgt wel, dat door veel rekenwerk die overeenstemming nog wel aanmerkelijk vergroot had kunnen worden maar -- geheel afgezien van 't gebrek aan tijd uwerzijds [want ge hebt naast Uw berekeningen een uitgebreide litteratuurstudie gemaakt] -- zijn we 't er -- geloof ik -- over eens, dat de wetenschappelijke waarde van zulk een poging niet zo bijzonder groot zou zijn geweest. Ge hebt U met verbetenheid, van 't begin van Uw Leidse verblijf af aan, op de theorie en de experimenten der _lichte kernen_ geworpen. Ik beklaag het, dat gij zodoende de breedheid van Uw weten van de physica niet bijzonder gecultiveerd hebt, ofschoon Nederland toch een broeinest van schone, levende physica van allerlei aard is. Gij hebt mij wel eens herinnerd aan de Amerikaanse bioloog, die jaren lang gebruikte voor 't samenstellen van een biografie over het ei van de reuzenalk, maar op de musea, die hij bezocht, zelfs weigerde de opgezette exemplaren van de reuzenalk zelf in ogenschouw te nemen. Maar ik wil U geen verwijten maken: ook voor U geldt dat eigenwijsheid zeer nauw verwant is aan eigen _wijsheid_, en Uw gehele werk getuigt van welbegrepen bescheidenheid. Ik wens U en Uw vrouw -- beide hebt gij goede vriendschapsbanden in Nederland mogen leggen -- van harte geluk met deze dag, en mijn beste wensen vergezellen U voor Uw toekomstige werkkring in Johannesburg.