Wat is tijd?

Interview met Maarten Keulemans, gepubliceerd in de Volkskrant, 11 augustus 2012.

photograph by Olga Osipova
VRIJE TIJD. Fotografie: Olga Osipova

De tijd kun je versnellen en op allerlei manieren foppen, maar je kunt haar nooit omkeren. Dus zullen we het ermee moeten doen, zegt fysicus Carlo Beenakker: 'Als ik iets heb gedaan, zal ik de gevolgen mijn hele leven moeten meedragen. De keten van causaliteit ligt altijd vast.'

Zo'n twintig minuten is het gesprek bezig als er voor het eerst een korte stilte valt. Carlo Beenakker, gelauwerd fysicus, een van de slimste wetenschappers van het land, wetenschapspopularisator en spraakwaterval, moet even nadenken. Hoe hij, fysicus die dagelijks met de tijd werkt, in formules en experimenten maar ook in zijn eigen drukke leven, zich de tijd eigenlijk voorstelt? Als object, als fysiek ding, als zinnebeeld desnoods?

'Ja, daar heb ik wel een beeld van, het beeld van een bergwandeling, ik ga zelf altijd bergwandelen in de vakantie. En bergwandelingen hebben altijd hetzelfde idee: je begint, dan heb je de top, en dan ga je terug. Het stuk op weg naar de top is tricky: als het weer omslaat moet je bedenken, ga ik terug of ga ik door? Maar als je eenmaal voorbij de top bent, kan er niet meer zoveel gebeuren, ook als het weer omslaat, je bent toch op de weg terug.'

'De weg terug kan best lang zijn. Maar het is relaxed, leuk, gevarieerd, je kunt nog eens stoppen, bosbessen eten, ook als het gaat regenen, het doet er allemaal niet zoveel toe, je gaat toch naar huis. Zo zie ik de tijd dus ook. Ik ben voorbij de top. Niet zo lang geleden ben ik 50 geworden, voor sommige mensen is dat een moeilijke periode, een midlifecrisis, maar voor mij was het juist: de top bereiken. Niet met prijzen en succes en zo, maar in tijd. Ik ben nu voorbij de top, en ik ben op weg naar huis. Er kunnen nog allerlei dingen gebeuren en ik hoop hier nog tot mijn 80ste, 85ste te zitten, maar: ik ben op weg naar huis. Ik heb gedaan wat ik wilde doen, de boel op poten gezet, je gezin, je kinderen, je vrienden, je plaats in de samenleving. En nu zie ik wel wat me te wachten staat. Als het weer omslaat, het is allemaal prima. Ook als ik maar 65 word, ik hoop het niet, is het goed, want ik ben op weg terug naar huis.'

U werkt in Leiden, de stad waar u bent geboren en waar u studeerde. Uw voetafdruk staat er nog in een stoeptegel: die mocht u in 1975 als tiener maken nadat u een wedstrijd had gewonnen. Wordt u nooit bevangen door de tijd die is geweest?
'Ik heb dat toch minder dan je misschien zou verwachten. Niet zo lang geleden is mijn moeder overleden, en dan krijg je: het huis van je ouders verkopen. Je krijgt een moment van verleiding om het in stand te houden, maar zo'n huis, wat moet je ermee? Dus dan krijg je dat stadium, veel mensen hebben dat meegemaakt, het huis leeghalen. Een zolder met compleet alles, alles, álles er nog in. Elk stoeltje, ieder dingetje, alles wat je je herinnert, goh is dat er ook nog, en dat, en dat, en dat. En dan gooi je het weg. Klikobak na klikobak met dierbare herinneringen. Ja, het is moeilijk en het is vervelend, maar je weet ook: er is geen andere manier. Het huis is nu verkocht, er woont een jong gezin en ik fiets er nog wel eens langs, maar ik heb niet echt de behoefte om naar binnen te kijken, het is niet meer mijn huis.'

'De dingen uit het verleden die ik koester en bewaar, dat is meer mijn wetenschappelijke werk. Wat ik ver-schrik-kelijk zou vinden, is als dat zou verdwijnen. Ik heb bijvoorbeeld ooit een boek geschreven, dat is niet meer te koop, dat vond ik zo erg, dat heb ik overgetypt en op internet gezet. Want dat idee dat je werk, een deel van jezelf verdwijnt, dat bibliotheken zouden afbranden, dat alles zou weggaan, dan zou een stukje van mijn leven verdwijnen.'

Carlo Beenakker, vastestoffysicus. Werkte ooit bij Philips, maar koos voor de universiteit. Sleepte de ene na de andere prijs in de wacht, van de Koninklijke Shell Prijs tot de Spinozapremie, vanwege zijn grensverleggende werk aan vooral elektronica op de grens van de klassieke natuurkunde en de 'quantummechanica', de wonderwereld van het allerkleinste waar deeltjes veranderen in hoopjes waarschijnlijkheid, en zelfs licht, energie en tijd vergruizen tot kleine, korrelige beetjes.

Als er iemand is die over tijd kan praten, is hij het.

Wat is tijd eigenlijk?
'Er is een mooie uitspraak: tijd is datgene wat voorkómt dat alles tegelijk gebeurt. Je hebt mensen die zeggen: tijd en ruimte, het is allemaal één pot nat. Maar die hebben het volkomen verkeerd. Tijd en ruimte zijn compleet verschillend. Bij ruimte heb je links en rechts die hetzelfde zijn: in de spiegel zie je ze omgekeerd. Maar bij tijd heb je verleden en toekomst. Oorzaak en gevolg, die hebben een bepaalde volgorde, die liggen altijd vast, niet alles is relatief. Tijd is wat mogelijk maakt dat er oorzaak en gevolg is. Dat is absoluut heilig: de keten van oorzaak en gevolg kun je onmogelijk omdraaien.'

Maar je kunt er wel mee spelen...
'Dat is inderdaad waar. Einstein liet zien dat bepaalde dingen relatief zijn. Niet oorzaak en gevolg, maar wel gelijktijdigheid. De manier waarop de tijd voortschrijdt, hangt af van je snelheid. Dat zijn die beroemde verhalen: astronaut stapt in een ruimteschip en is een jaar weg, en als hij terugkomt, is iedereen tien jaar ouder geworden. Dat kan. Dat is een bekend gegeven, daar kunnen we ook allerlei metingen aan doen. Ons begrip van wat tijd is, is behoorlijk veranderd.'

En er niet simpeler op geworden, moet ik zeggen.
'Augustinus heeft eens gezegd: Ik snap wat tijd is, tot ik het aan iemand moet uitleggen. En zo is het. Tijd is een concept dat nuttig is om oorzaak en gevolg te kunnen onderscheiden. Het is een manier om handen en voeten te geven aan iets dat we iedere dag ervaren: namelijk dat ik alle kanten op kan reizen behalve naar het verleden. Dat als ik iets heb gedaan, ik de gevolgen ervan mijn hele leven zal moeten meedragen.'

Want even teruggaan in de tijd om iets ongedaan te maken, is écht uitgesloten?
'Er is wel een zoektocht of het mogelijk is om een zogenoemde closed time-like loop (gesloten tijdachtige lus) te krijgen, een begrip uit de wiskunde, zoiets als die waterval van Escher die aldoor naar beneden valt. Maar voor zover we nu weten, is dat onmogelijk. De natuurkunde zoals we die nu kennen, sluit dit soort lussen uit. Er zit in de natuurkunde iets ingebouwd dat ervoor zorgt dat de wereld er geordend uit ziet. Dat is een gegeven.'

Een ander principe dat de tijd beheerst, is de tweede wet van de thermodynamica. De wet die, in de praktijk, voorschrijft dat de wanorde in een systeem altijd toeneemt.
'Dat is wat men de pijl van de tijd noemt: dat dingen die kapot gaan niet weer vanzelf gemaakt worden. Dat is weer een ander soort tijd, niet de tijd van oorzaak en gevolg, maar een tijd die te maken heeft met het toenemen van wanorde, net weer een iets ander begrip. Daarvan weten we dat we hem kunnen omkeren: als je kamer een puinhoop is, kun je hem opruimen.'

Als je maar energie investeert.
'Tuurlijk. Maar er is wel één ding. Uiteindelijk, als je heel ver in de toekomst kijkt, zal het in het heelal saaier en saaier worden. Niet dat we ons er zorgen over hoeven maken, maar over vijf miljard jaar is onze zon uitgebrand. En twintig, dertig miljard jaar in de toekomst, de meeste sterren ook. In de verre, verre, verre toekomst is het heelal één grote kouwe dooie boel. Daar kun je prachtig over filosoferen, misschien ook logisch nadenken: de wanorde neemt toe. Maar het is allemaal heel ver weg en speculatief hoor.'

U bent niet zo van het verre vooruitkijken.
'Ik denk dat het een christelijke kijk is. Je hebt alleen wat al is geweest. Bij Oud en Nieuw is de wereldse kijk op Nieuwjaar: een nieuw begin, plannen, goede voornemens. Maar als je in de kerk komt, dan heeft Nieuwjaar niet eens een feest, alleen Oudjaar. Je bedankt voor wat er is geweest: misschien val je morgen dood neer! Ik stap op mijn fiets, straks lig ik onder een auto! Het idee dat je niet te ver vooruit moet kijken, dat trekt mij wel. Het verleden is alles wat je hebt. De toekomst kan zo voorbij zijn.'