6.
a/b.
$p_1=m_1(c,0,0,0),p_2=m_2\gamma(v)(c,v,0,0
)$ en $p'=m'\gamma(v')(c,v'_1,v'_2,v'_3)$, met v'2=v'12+v'22+ v'32. Volgens de relativistische versie van energie-impuls behoud geldt nu p'=p1+p2, zodat  
 \begin{displaymath}
m'\gamma(v')(c,v'_1,v'_2,v'_3)=(m_1c+m_2\gamma(v)c,
m_2\gamma(v)v,0,0).\end{displaymath} (23)
Hieruit lezen we direct af dat v'2=v'3=0, en dus geldt v'=v'1.
c.
Uit p'2=m'2c2 (per definitie) volgt $m'^2=m_1^2+m^2_2+2m_1m_2/\sqrt{1-v^2/c^2}$. De x component van vgl. (23) geeft $m'v'/
\sqrt{1-v'^2/c^2}=m_2v/\sqrt{1-v^2/c^2}$. Door dit te kwadrateren kunnen we een vergelijking voor v'2 afleiden, (m22(v2/c2)/(1-v2/c2)+m'2)v'2 =m22v2/(1-v2/c2), waarin we de uitdrukking voor m'2 invullen. Dit geeft na worteltrekken en herschikken,
\begin{displaymath}
v/v'=\left(1+\frac{m_1}{m_2}\sqrt{1-v^2/c^2}\right).\end{displaymath} (24)
d.
Als m1=m2 hangt v' niet van de massa's af.